Overslaan en naar de inhoud gaan
Artikel

Gezamenlijke ambitie voor een duurzame spooromgeving

Door Caroline Kruit
Rotterdam, foto: Jannes Linders
Geplaatst op

De duurzame transformatie van stations en sporen is een ambitie van NS en ProRail die door Bureau Spoor­bouwmeester wordt ondersteund in beleidsplannen, visies en advies bij programma’s en projecten. Dit artikel is het eerste in een reeks over lopende projecten en initiatieven van de spoorsector. Ter inspiratie en omdat wij van harte onze denkkracht, creativiteit en netwerk met enthousiame willen inzetten voor een duurzame toekomst.

Hoe vertaal je een duurzaamheidsambitie naar de ? Dat begint bij de definitie van duurzaamheid. ‘Die vraag is precies waar het om draait: wat is duurzaamheid? Als je dat scherp hebt, dan kan je ergens mee beginnen en prioriteiten stellen’, stelt Jorien Maltha, programmamanager Duurzaamheid bij ProRail stations. Ze werkt elf jaar bij ProRail waarvan acht jaar aan het thema duurzaamheid. ‘Wij hebben daarvoor de definitie van de Brundtland Commissie (1) erbij genomen: duurzame ontwikkeling voldoet aan de noden van vandaag zonder dat het gevolgen heeft voor de ontwikkeling en ambities van toekomstige generaties. Vanuit de drie P’s van people, planet en profit uit het Brundtland rapport zijn vijf thema’s te benoemen: energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde.’ Lopende en nieuwe programma’s en projecten worden aan deze vijf thema’s getoetst. De focus voor de komende periode ligt op de thema's Energie en Milieu.

Ook bij NS Stations zijn twee thema’s benoemd waar vanuit duurzaamheid direct wordt gestuurd, zo vertelt Alex Rigter, manager Duurzaamheid bij NS Stations. ‘We focussen op de thema’s Energieneutraal en . Bij het eerste thema gaat het over energie-efficiëntie, energieopwekking en energie-inkoop. Bij energie-efficiëntie van gebouwen en installaties moet je denken aan isolatie, vervangen van cv-ketels, LED-verlichting, etcetera. Dergelijke zaken moeten bij verbouwingen aangepakt worden. Een ander belangrijk onderdeel is de energieopwekking: lokale opwekking wordt inmiddels geborgd in nieuwbouwplannen, maar we denken ook aan PV-panelen bij P&R-terreinen, de integratie van wind- en zonne-energie op bestaande locaties. Voor die laatste toepassingen zijn de plannen in de maak. De energie-inkoop doen wij inmiddels al 100% groen!’

Circulair in 2050

Met het Klimaatakkoord in Parijs van eind 2017 is de internationale ambitie op het gebied van energie en milieu heel duidelijk gedefinieerd. De Nederlandse overheid heeft dat vertaald naar een aantal ambitiestukken, waarbij het Rijksbrede programma 'Nederland in 2050' (2) zeer concreet aangeeft welke ambities en acties het Rijk voorstaat. Het containerbegrip 'Bouw' (hieronder valt ook de infrastructuur) wordt in het programma als een prioriteit benoemd, waarbij de focus ligt op grondstoffenbeleid. ‘Dit document is erg belangrijk om processen aan te jagen, ook intern’, vertelt Gerald Olde Monnikhof, programmanager Sustainability bij ProRail. ‘Een heel makkelijk begrip is het nog niet, circulariteit. Maar het brengt discussie op gang, zet partijen aan het denken. Circulariteit is alleen bereikbaar als aan het begin van alle processen de uitvraag anders wordt gesteld, als grote opdrachtgevende partijen in de infrastructuur – zoals ProRail en Rijkswaterstaat – de uitgangspunten van projecten opnieuw gaan definiëren.’

Circulariteit gaat in deze context over energiestromen en grondstoffen (bouwstromen en afvalstromen) – allemaal met een variabele schaal, toepassing en tijdsbestek. Het is zaak om bij een overkoepelende ambitie als circulariteit met afgewogen stappen  toe te werken naar een concreet resultaat. De ambitie is bijvoorbeeld te vertalen in het voornemen om alle gebruikte materialen op en in de stations en op het spoor te toetsen aan criteria van circulariteit. Met bijvoorbeeld een grondstoffenpaspoort kunnen de herkomst, de eigenschappen en het hergebruik van materialen en (bouw-)elementen in kaart wordt gebracht. Dit kan een instrument zijn dat ook voor stationsgebouwen kan worden ingezet.

Bij NS Stations staat het thema ook hoog op de agenda. Alex Rigter: ‘Dat thema is natuurlijk heel breed op te vatten in een stationsomgeving. Bij afvalstromen op een station bijvoorbeeld, zit de crux letterlijk aan de achterkant van het station. We zijn op verschillende locaties bezig met het inrichten van milieustraten om gescheiden afvalstromen af te voeren. De stromen ontstaan door het plaatsen van afvalbakken waar klanten hun afval kunnen scheiden. Tegelijkertijd proberen we aan de voorkant de afvalstromen te verminderen, bijvoorbeeld door de oplage van gratis kranten te verminderen, het doorgeven van kranten te stimuleren en kritisch te kijken naar verpakkingen, koffiebekertjes. Dit thema nemen we actief mee in alle besprekingen met (potentiële) huurders.’ Ook het bouwen is onderdeel van het thema , net als eisen en wensen ten aanzien van materiaalgebruik en installaties.

Duurzame Transformatie

Bureau Spoor­bouwmeester wil met de benoeming van een aantal speerpunten op het thema Duurzame Transformatie aansluiten bij onder andere het Meerjarenplan Duurzaamheid van ProRail. Scenario’s binnen het speerpunt Duurzame Mobiliteit brengen ambities naar boven op het gebied van slimme combinaties van knooppuntvoorzieningen, verblijf, sociale duurzaamheid en beheer.

Een ander speerpunt binnen het thema Duurzame Transformatie betreft het integrale ontwerp van kleine en middelgrote stations. Daarbij wordt voor alle stations gekeken of het mogelijk is om circulariteit, energie en gebruikskwaliteit te definiëren voor die locatie en vervolgens een plek te geven in de planvorming voor renovatie en nieuwbouw. Voor de stations die onder het cultureel erfgoed vallen, is extra aandacht om deze parels langs het spoor weer een vitale rol te laten spelen in hun omgeving.

Stap voor stap

In de complexe lopen continu programma’s en projecten om de kwaliteit van mobiliteit en stations te verbeteren. Voorbeelden daarvan zijn het programma voor plaatsing van zonnepanelen en het programma Verlichting. Gerald Olde Monnikhof: ‘Zeker bij nieuwe projecten staat het thema duurzaamheid hoog op de agenda: mensen weten dat duurzaamheid onderdeel is van hun werk.’

De grote plannen en ambities zijn er, maar veel stappen worden op dit moment in bescheiden vorm gezet. ‘Maar ook díe stappen zijn overwinningen: alle kleine stappen bij elkaar opgeteld zijn weer een grote’, stelt Olde Monnikhof. ‘De integratie van duurzaamheid moet onderdeel worden van processen, van samenwerkingen en – uiteindelijk – de basis vanuit wij met onze opdrachtgevers beleidsbeslissingen maken.’

Een heldere communicatie met álle betrokkenen is op dit moment de kerntaak van de managers duurzaamheid, zo beaamt ook Alex Rigter. ‘Met tools en acties, maar ook met handleidingen en vooral gesprekken met betrokkenen kunnen stappen worden gezet. Je wijst partijen op hun eigen verantwoordelijkheid. Bij de huurders bijvoorbeeld: op het moment dat je energie-meters in winkels installeert en de resultaten breed deelt, dan komt die groep in actie. Niemand wil de meest energie-onvriendelijke winkel hebben. Communicatie en overdracht van kennis en resultaten is op dit moment de beste tool die we hebben.’

Meten is weten

Een aantal door de stakeholders ontwikkelde instrumenten heeft al bewezen van grote waarde te zijn bij de aanpak van aspecten als energie en milieu. Zo is door ProRail in samenwerking met NS Stations en W/E Adviseurs de Stationsscan Duurzaamheid ontwikkeld: een instrument om stations op een groot aantal onderwerpen te toetsen aan energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit  en toekomstwaarde. Niet alleen geeft de Stationsscan een indicatie van de ambitie voor een bepaalde locatie, het is ook mogelijk om in een groter verband conclusies te trekken. ‘Bij veel stations bleek de energieprestatie een zwak punt’, zo vertelt Jorien Maltha. ‘Mede met de input vanuit de Stationsscans is de inhoud van het programma Verlichting ontwikkeld. Binnen dit programma komen veel aspecten aan de orde: niet alleen energiebesparing, maar ook de gebruikskwaliteit en sociale aspecten van verlichting. Zo zijn de resultaten vanuit een instrument vertaald naar nieuw corporate beleid.’

Samenwerking essentieel

In deze artikelenreeks laten we een aantal praktijkvoorbeelden zien van verduurzaming van de . Op allerlei schaalniveaus en door diverse partijen. In de samenwerking van NS, ProRail, regionale vervoerders en lokale- en regionale wil Bureau Spoor­bouwmeester verbinden én sparringpartner zijn. Met visies, beleidstukken en advies worden initiatieven ondersteund of in een breder kader geplaatst. Want of het nu gaat over kleine of grote stappen, het staat of valt bij samenwerking.

Noten:

1. De Brundtland Commissie werd in 1984 op initiatief van de Verenigde Naties bijeengebracht. In 1987 bracht de commissie het rapport Our Common Future uit (ook wel Brundtland rapport genoemd) met daarin de benoeming van thema’s en richtlijnen voor ‘Duurzame ontwikkeling’ van de aarde.

2. Nederland Circulair in 2050, gepubliceerd op 14 september 2016, uitgave van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en het ministerie van Economische Zaken, mede namens het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

 

Even geduld aub, u wordt doorgestuurd naar de beeldenbank